Krententaart

Op deze laatste junidagen deel ik graag dit recept van mijn krententaart met jullie.
In onze fruitgaard staat een mooi krentenboompje (Amelanchier) en daar hebben we een heel jaar lang plezier van. In het voorjaar genieten we van de vele, witte bloemtrosjes. In juni oogsten we de kleine blauwrode bessen. In de herfst kleurt het boompje mooi oranjerood.



De besjes zijn eetbaar en lekker, ook de vogels lusten ze graag. Ze zijn rijp in juni, daarom worden ze ook ‘juneberries’ genoemd. Doordat ze niet allemaal tezamen rijp zijn, kunnen we er 2 tot 3 weken van genieten.
Ze zijn lekker in een fruitsalade, met yoghurt, havermout, in pannenkoekjes of op een taart.



Voor deze krententaart haalde ik mijn inspiratie bij de bosvruchtentaart van Jeroen Meus.
Een eenvoudige taart met een bodem van petit-beurrekoekjes en een vulling van kaas, zure room en ricotta.




Hoe maak je het?
Verkruimel de koekjes, en meng met de malse boter en de fijngehakte amandelnoten of het amandelpoeder.
Bedek de bodem van een springvorm met bakpapier en schep het koekjesmengsel erop. Druk aan en laat de bodem even opstijven in de koelkast.
Maak ondertussen de taartvulling klaar. Daarvoor meng je gewoon de kaas met suiker, eitjes, limoen en maïzena tot een glad mengsel.
Schep de vulling op de taartbodem. Verdeel de helft van de bessen over de taart. Ze zullen wat in het beslag zakken.
Plaats de taart in een voorverwarmde oven van 150°C en bak gedurende 10 minuten. Strooi dan de andere helft van de bessen over de taart. Deze besjes zullen minder in het beslag zakken. Bak verder gedurende ongeveer een uur. Het midden van de taart mag nog een beetje zacht zijn en wat bewegen als je ermee schudt.
Laat de taart afkoelen in de vorm, zodat ze steviger wordt.
Lekker met een kopje verse muntthee.