Fruittaartjes

Zin in een zomers taartje?




Ook al blijft het regenen, deze fruittaartjes proeven naar de zomer.
Ze zijn niet zo moeilijk te maken. Je moet alleen wat geduld hebben om alles te laten afkoelen.
De taartjes hebben een bodem van kruimeldeeg. Ze zijn gevuld met banketbakkersroom en bovenop ligt heel veel vers fruit.
Ik gebruikte een kant-en-klaar kruimeldeegvel dat ik nog in de koelkast had liggen, maar je kan natuurlijk het deeg zelf maken.
Snij het deeg op maat van de taartvormpjes. Leg een vel bakpapier op de ongebakken taartjes en vul ze tot aan de rand met bakparels of droge bonen. Bak de taartjes gedurende 15 minuten blind af in een voorverwarmde oven van 180°C. Daarna nog een 10-tal minuutjes zonder de bakparels of bonen.
Ze moeten lekker krokant zijn.

De banketbakkersroom is wel zelfgemaakt. Hiervoor heb je ½ l melk, 6 eigelen, 100 gr suiker, 30 gr maïzena en 1 vanillestokje nodig.
Hoe maak je het?
Warm de melk op. Snij de vanillestok in de lengte door en schraap er de zaadjes uit. Doe de vanillezaadjes en de vanillepeul bij de warme melk en laat even trekken.
Klop ondertussen de eigelen samen met de suiker op tot een stevige witte massa (ruban). Voeg de maïzena toe en roer goed door.
Doe nu een beetje van de warme melk bij het eierbeslag en giet het beslag bij de melk.
Laat de pudding nog even doorkoken op het vuur. De maïzena zorgt voor extra binding en voorkomt dat het eierbeslag gaat schiften.
Haal de vanillepeul uit de pudding, giet de pudding in een schaal en bedek met plastiekfolie. Zo kan de pudding afkoelen zonder ‘velletje’.



Ondertussen kan je wat chocolade smelten en ja, ook weer laten afkoelen.
De gesmolten en afgekoelde chocolade smeer je langs de randen en de bodem van de afgebakken taartjes. Zo wordt het deeg niet slap door de natte vulling.
Als de chocolade op de taartjes wat uitgehard is, kan je ze verder afwerken met een laagje banketbakkersroom en het fruit. Strooi er wat bloemsuiker over voor de finishing touch.