Je hebt vast ook zo een familiegerecht. Zo eentje dat je deelt van moeder op dochter (of zoon). Zo eentje waar je warm van wordt binnenin, omdat het fijne herinneringen oproept. Eentje overgoten met een flinke portie sentiment. Voor mij zijn het deze kluski, zoals babcia ze maakte. Ze voeren mij regelrecht terug naar de smaak uit mijn kindertijd.
Ik heb Poolse roots. Mijn grootouders, langs moederszijde, waren afkomstig uit Polen. Na de tweede wereldoorlog bouwden ze in België hun leven op. Als kind ging ik tijdens de vakantie dikwijls logeren bij mijn babcia en dziadka (= Pools voor bomma en bompa). Mijn babcia maakte vaak deze kluski voor mij. Ik herinner me dat ze het deeg maakte, gewoon op het gevoel, zonder iets af te wegen. Dan plukte ze met haar handen stukjes van het deeg en liet die in het kokend water of in de warme soep vallen. Na enkele minuten kwamen de kluski bovendrijven en konden we smullen.
Kluski zijn Poolse noedels, meestal zonder vulling. Je hebt er niet veel ingrediënten voor nodig, enkel bloem, een eitje, water en wat zout.
Je hebt er ook niet veel tijd voor nodig, ze zijn klaar in 5 minuutjes. Soms wordt er aardappelpuree aan toegevoegd, zoals bij de Italiaanse gnocchi. Andere bevatten ook kaas. Afhankelijk van wat er allemaal inzit, krijgen ze een andere naam. Deze eenvoudige kluski, die ik vandaag voor jullie maak, noemt men kluski kładzione.
Net zoals ik, zijn ook mijn kinderen er verlekkerd op. Zit zeker in de genen…
Wij eten ze meestal bij de soep. En dat smaakt even lekker als gehaktballetjes. En er wordt even hard om gevochten.
Deze kluski zijn ook lekker met een sausje. En zelfs als zoet toetje, gekookt, opgebakken in wat boter en bestrooid met suiker.
Heb je bloem en een eitje? Dan beginnen we eraan.
Wat heb je nodig?
Omdat babcia ons geen geschreven recept naliet, was het wat wikken, wegen en zoeken naar de juiste verhouding tussen de ingrediënten.
125 gr bloem – 60 ml water – 1 ei – 2 gr zout
Hoe maak je het?
Meng met een vork de ingrediënten onder elkaar totdat je een deegpapje krijgt.
Breng gezouten water aan de kook in een ruime kookpot.
Maak een lepeltje nat. Schep met het lepeltje kleine porties van het deeg in het kokende water. Als je een lepeltje gebruikt, blijven je handen proper.
Maak de porties niet te groot. Kluski zetten nog flink uit tijdens het koken.
Van zodra je de lepel in het kokende water houdt, valt het deeg vanzelf van de lepel. Als de kluski komen bovendrijven, zijn ze klaar.
Schep de kluski met een schuimspaan uit het water en serveer ze met je lievelingssoepje.
Smacznego (eet smakelijk).
